Vaccinatie van de hond
Wij vaccineren uw hond tegen de volgende ziektes:
Hondenziekte:
Het virus tast eerst de slijmvliezen van darm en luchtwegen aan waardoor diarree en longontsteking ontstaat. Als de hond dit overleeft is meestal het zenuwstelsel al aangetast met verlammingen als gevolg.
Besmettelijke leverziekte:
Vooral pups bezwijken wanneer ze besmet raken met deze ziekte.
Parvovirusziekte:
Dit is een variant van het kattenziektevirus, die in 1978 ineens verscheen. Deze mutant bleek uiterst besmettelijk en gevaarlijk voor honden, die door een totaal gebrek aan bescherming bij duizenden aan de ziekte zijn bezweken. Het virus geeft zeer ernstige beschadigingen van het maagdarmstelsel, sloopt de weerstand en tast de hartspier aan.
Ziekte van Weil:
Dit is geen virus maar een bacteriële ziekte die lever en nieren aantast. Er wordt beschermd tegen vier varianten. Vooral ratten brengen de ziekte over via de urine. Ook besmette honden doen dit. Besmetting gaat via (zoet) water, bijvoorbeeld regenplassen of een vijver/meertje
De bescherming houdt 9-12 maanden aan. Er moet dus minstens jaarlijks tegen worden ingeënt.
Kennelhoest:
Een betere naam voor deze ziekte is “besmettelijke hondenhoest”. De ziekte komt niet alleen in kennels en pensions voor, maar onder alle honden waar dan ook.
Deze ziekte is een combinatie van een virus en een bacterie:
1. Parainfluenza:
Een zeer besmettelijk virus, dat honden door te hoesten en aan elkaar te snuffelen gemakkelijk op elkaar overbrengen. Het tast de slijmvliezen van neus, keel en luchtpijp aan. Door het beschadigde slijmvlies van de luchtpijp ontstaat een prikkelhoest, die buitengewoon heftig kan zijn. Meestal is het verloop onschuldig en is het na 5-10 dagen weer over. Vooral in kennels is het gevreesd (vandaar de naam) mede omdat honden daar veel blaffen waardoor de luchtwegen extra worden belast. De duur van de ziekte wordt erdoor verlengd en onder deze omstandigheden kan er zelfs een bronchitis ontstaan.
2. Bordetella:
Tegen de grootste boosdoener, de bacterie Bordetella, kan een aparte inenting worden gegeven. Veel pensionhouders eisen zelfs zo'n extra vaccinatie om de hoestproblemen in hun kennel zo klein mogelijk te houden. De ziektekiem komt via de neus binnen. Gebleken is, dat een goede afweer van het neusslijmvlies de ziekte het beste buiten de deur houdt. Daarom wordt de entstof in een van beide neusgaten gedruppeld. Jaarlijkse hervaccinatie is nodig.
Rabiës (Hondsdolheid):
Deze ziekte komt in Nederland niet voor, dus onze huisdieren hoeven er niet tegen beschermd te worden. In alle landen van het Europese vasteland heerst wel Hondsdolheid. Met name in bosrijke heuvel- of bergachtige gebieden. De vos is de voornaamste overbrenger van de ziekte.
De overheid stelt een aantal eisen aan de bescherming van honden en katten tegen Hondsdolheid omdat zij de ziekte - door bijten en likken - op de mens kunnen overbrengen. Het is een dodelijke ziekte waarbij de hersenen worden aangetast.
Als u uw hond meeneemt naar het buitenland, moet hij/zij tegen Hondsdolheid (= Rabiës) worden ingeënt. Dit moet minimaal 3 weken voor de reis worden toegediend. Bovendien moet de hond zijn geïdentificeerd door middel van een onderhuidse microchip in combinatie met een gestandaardiseerd Europees Dierenpaspoort, dat u altijd bij u moet hebben.
Op onze praktijk enten wij met een entstof welke drie jaar geldig is. De eerste keer wordt echter een herhaling na een jaar geadviseerd, omdat het voor kan komen dat de antistoffen nog niet voldoende in het bloed aanwezig zijn. Hiervoor kan ook een titer bepaling worden gedaan. Is de titer te laag, dan moet de hond alsnog gevaccineerd worden.
Voor pups zijn meerdere vaccinatie momenten noodzakelijk. Voor volwassen honden worden Weil en Kennelhoest jaarlijks geadviseerd. De andere ziektes, behalve Rabiës, eenmaal in de 3 jaar. De dierenarts zal dit met u bespreken en u adviseren wat het beste vaccinatie schema voor uw dier is.